Een inclusieve benadering van het arbeidspotentieel van de Vlaamse bevolking op basis van enquête- en administratieve data

Het invullen van vacatures is de voorbije jaren in Vlaanderen moeilijker geworden, door een toenemende krapte. De Vlaamse arbeidsmarkt staat ook de volgende jaren verder onder druk, door de toenemende vervangingsvraag van 55-plussers in combinatie met een dalend aanbod van arbeidskrachten en een latere arbeidsmarktintrede van jongeren. Bovendien is de arbeidsreserve bij de middengroep van 25- tot 49-jarigen, traditioneel de prime targets van rekruteerders, eerder beperkt. Van hen is in 2018 al 86,7% aan het werk, waarmee Vlaanderen aansluit bij Europese toplanden als Zweden (86,4%) en Zwitserland (86,8%). Onze gekende vijvers van arbeidskrachten zijn dus zo goed als leeggevist, nog voor de krimp in het arbeidsaanbod goed en wel op snelheid komt. Bovendien vraagt het streven naar een werkzaamheidsgraad van 80% in 2024 zowat 200 000 extra personen aan het werk. Om dit ambitieuze doel te halen, is er nood aan een creatieve blik op het inzetten van de huidige bevolking op arbeidsleeftijd. Het is vanuit die optiek belangrijk om de blik te verruimen van wie we als potentieel beschouwen op de arbeidsmarkt. In dit Werk.Rapport ontleden we vanuit een inclusieve benadering de bevolking op arbeidsleeftijd naar arbeidspotentieel. De focus ligt daarbij op groepen die traditioneel minder als arbeidsreserve worden beschouwd: de werkenden en de niet-beroepsactieven.